COP26 en de illusie van een groen leger

Actie van Extinction Rebellion tegen wapenfabrikant

No war, no warming! Met die slogan liepen vredesactivisten en klimaatactivisten samen door de straten van Glasgow, waar in november de klimaatconferentie doorging. Krijgsmachten zijn immers verantwoordelijk voor een aanzienlijke uitstoot van broeikasgassen, maar staan nauwelijks onder druk om hun impact terug te brengen.

Wendela de Vries, campaigner bij onze Nederlandse partner Stop Wapenhandel, vindt dat vredesorganisaties en klimaatgroepen vaker de handen in elkaar moeten slaan. We praatten met Wendela over hoe de defensiesector aan ‘greenwashing’ doet, hoe meer bewapening niet het antwoord is en hoe meer samenwerking met de klimaatbeweging de way to go is.

De uitstoot van een land als Zweden

Om de ergste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen moet de uitstoot van broeikgasgassen op korte tijd drastisch naar omlaag. Heel wat sectoren staan onder druk om hun steentje bij te dragen. Over defensie blijft het oorverdovend stil. Dat heeft een reden: krijgsmachten vallen niet onder het klimaatverdrag van Parijs. “Daar lobbyden de Amerikanen en het Pentagon al voor bij het Kyoto-verdrag. Defensie heeft dus geen reductiedoel, noch een verplichting om te rapporteren over hun uitstoot,” zegt Wendela.

Omdat er niet over gesproken wordt, is het ook niet duidelijk wat de exacte uitstoot is. Een aantal wetenschappers sloegen aan het rekenen op basis van de brandstofaankopen van het Pentagon en de Europese krijgsmachten. Tijdens de afgelopen klimaatconferentie in Glasgow, lanceerden Conflict and Environment Observatory en Concrete Impacts, twee Britse denktanks, de website militaryemissions.org. Daar kan je de uitstoot van de militaire sectoren per land raadplegen. Hoewel niet alle cijfers beschikbaar zijn, blijkt dat defensie een enorme ecologische voetafdruk heeft. “Globaal gezien wordt de uitstoot van alle krijgsmachten geschat op de uitstoot van een land als Zweden,” vult Wendela nog aan.

Bomen planten in plaats van afbranden

Dat defensie helemaal niet bezig is met klimaatverandering, is te kort door de bocht. In de Nationale Veiligheidsstrategie van het Belgische leger wordt klimaatverandering benoemd en omschreven als allesoverheersende trend. Klimaatontwrichting zal de komende decennia immers een doorslaggevende factor worden in veiligheidsvraagstukken.

Maar doet defensie zelf ook inspanningen om de gevolgen van klimaatverandering te beperken? Generaal Frederik Vansina, chef van het departement Strategie van het Belgische leger, verwees onlangs in MO* nog naar de zonnepanelen van het Belgische leger en het aanplanten van bossen. (Dat door militaire oefeningen, bijvoorbeeld schietoefeningen met uiterst brandbare fosfor, ook veel bos verloren gaat, vertelde hij er niet bij.)

Ook Wendela merkt dat steeds meer regeringen van Westerse landen en de NAVO druk beginnen voelen: De krijgsmachten hebben ook zelf last van klimaatverandering. Sommige bases, zeker marine-bases, krijgen bijvoorbeeld te maken met de stijging van de zeespiegel. Ze zijn er zich wel van bewust dat het een probleem is, maar zien het uiteindelijk ook als belangrijke strategie. Sommige bases zijn heel moeilijk te bevoorraden. In Afghanistan bijvoorbeeld moet brandstof vaak aangevoerd moest worden via een heel gevaarlijke weg doorheen Pakistan en de bergen. Daarbij vielen veel doden. Zelfvoorzienende, hernieuwbare energie hebben op je militaire basis is strategisch dan ook hartstikke handig.”

De mogelijkheden zijn echter niet eindeloos. Zonnepanelen of windmolens kunnen niet alle uitstoot van defensie elimineren. Voorlopig is er bijvoorbeeld nog geen alternatief voor de brandstof van gevechtsvliegtuigen gevonden. Als defensie haar uitstoot wil beperken zal ze dus moeten verminderen. “De enige manier waarop ze kunnen verminderen is natuurlijk minder vliegen, minder varen, minder oefenen, minder zwaar materiaal waarmee je de hele wereld over kan vliegen. Die discussie moet ook gevoerd worden.”

Defensie is geen bondgenoot in de strijd tegen klimaatverandering

Ondanks het “groene” verhaal blijven de ambities bij Defensie dus beperkt. Maar niet alleen de uitstootreductie door de krijgsmachten staat ter discussie. De klimaatcrisis zal ook groeiende instabiliteit met zich meebrengen. Daar ziet de defensie-industrie dan weer voornamelijk strategische opportuniteiten in, haalt Wendela aan: Hun verhaal is dan: de ijskappen smelten, dus we moeten snel naar de Noordpool voor de Chinezen en de Russen er zijn. Of, er komen mogelijk meer vluchtelingen, dus we moeten de grenzen bewaken. Men spreekt wel over klimaatveiligheid, maar dan gaat het eigenlijk over de veiligheid van de NAVO-landen en het Westen, zodat zij geen last krijgen van de effecten van klimaatverandering.”

De rol van de defensie-industrie in die strategie is duidelijk: de bestaande machts- en welvaartsverdeling in stand houden door bijvoorbeeld de toegang tot grondstoffen te bewaken. Het speelt ook een rol in de huidige bewapeningspolitiek van heel wat landen. “Neem nu bijvoorbeeld de enorme bewapening van Saudi-Arabië. Die heeft natuurlijk als achtergrond dat westerse landen de controle over de olie willen houden. Een van de redenen dat het zo moeilijk is om de wapenexport naar Saudi-Arabië te stoppen, is omdat we ze te vriend willen houden omwille van de olie.”

Wanneer er dan verzet komt tegen de gevolgen van de klimaatcrisis en de onvermijdelijk groeiende ongelijkheid, zal het leger niet de kant van de klimaatactivisten kiezen, maar militair ingrijpen tegen hen. Een echt groen leger is een illusie. Defensie kan onmogelijk een bondgenoot zijn in de strijd tegen klimaatverandering “De grootste veiligheidsproblemen die we vandaag hebben zijn globale problemen zoals de klimaatcrisis en de pandemie. En die kan je alleen maar oplossen als je samenwerkt. Meer bewapening kan deze problemen nooit oplossen, dat is pas naïef,” zegt Wendela nog.

Tijd om de handen in elkaar te slaan

Om dit op de agenda te krijgen moeten de vredes- en klimaatbeweging samenwerken. Uiteindelijk willen we allemaal een ander systeem, meent Wendela: “Een groot deel van de klimaatbeweging ziet ook dat het klimaatprobleem veroorzaakt wordt door de plundering van grondstoffen in het zuiden en dat daar krijgsmachten voor worden ingezet. Inheemse mensen zien ook wat in hun eigen landen gebeuren. Hoe hun organisaties kapot gemaakt worden door militairen met westerse wapens. Heel wat dingen worden ook in sneltreinvaart duidelijk en bespreekbaar omdat de consequenties van de klimaatverandering ook zo zichtbaar worden.”

Die samenwerking probeert Stop Wapenhandel mee te ondersteunen. Ze voeren internationaal onderzoek rond dit onderwerp en zetten internationale samenwerkingsverbanden op. Met zichtbaar resultaat. In Glasgow gingen vredesactivisten samen met klimaatactivisten de straat op en voerden ze acties aan wapenfabrieken, zoals de actie van Extinction Rebellion Peace bij BAE systems.

Ook Vredesactie trekt mee aan kar. Trainers van Tractie, de trainersgroep van Vredesactie, waren actief betrokken bij de allereerste klimaatactiekampen in ons land. De afgelopen jaren namen honderden mensen deel aan trainingen waar mensen zich voorbereiden op acties tegen de fossiele brandstofindustrie. We geven ondersteuning en training aan groepen en campagnes als Ineos Will Fall, Youth for Climate, Extinction Rebellion, Climate Express, Code Rood, Ende Gelände en vele anderen. Doortastende maatregelen tegen klimaatverandering zullen we immers samen, van onderuit, moeten afdwingen. Daarbij gaat het niet louter over de reductie van broeikasgassen maar over oplossingen die sociaal rechtvaardig zijn. Meer weten? Kijk op www.tractie.be.