Na Russisch gas in onze haven, nu ook Egyptisch waterstof in onze leidingen?

spandoek stop fuelling war

Dinsdag maakten Belgische bedrijven DEME, Fluxys en de Port of Antwerp Bruges bekend dat ze een akkoord onderhandelen met de Egyptische regering over de productie van groene waterstof. Als dit akkoord er komt, maakt het ons opnieuw afhankelijk van een dictatoriaal regime dat de mensenrechten met de voeten treedt. Maken we, na Russisch gas, vandaag opnieuw dezelfde fout met Egyptisch waterstof?

Er beweegt veel op de wereldwijde energiemarkt sinds de Russische inval in Oekraïne. Dat België en de EU zo afhankelijk zijn van Russisch gas en daardoor onrechtstreeks de invasie in Oekraïne mee financieren, zorgde terecht voor een golf van verontwaardiging. In haar zoektocht naar alternatieven, kijken heel wat Europese landen en bedrijven nu echter naar andere oorlogszuchtige en dictatoriale landen voor energiebevoorrading.

Zo ook Egypte, het gastland van de COP27 deze maand. Van die gelegenheid maakt het land graag gebruik om een indrukwekkende PR-show op te voeren. Achter die façade zit de harde realiteit van een regime dat zich structureel schuldig maakt aan mensenrechtenschendingen. Tienduizenden activisten, journalisten en leden van de oppositie worden onterecht vastgehouden, bedreigd en geschaduwd door de geheime dienst. Eén van hen is Alaa Abd El-Fattah, boegbeeld van de burgerbeweging voor meer democratie in Egypte. Hij zit bijna onafgebroken in de cel sinds 2011 omwille van een kritische Facebook post en is momenteel in hongerstaking.

Het is een illusie om te denken dat we met een land met een dergelijke reputatie op vlak van mensenrechten een contract kunnen sluiten dat mens en milieu centraal stelt. Meer nog, door zulke contracten aan te gaan, dreigen Belgische bedrijven de schendingen alleen maar te faciliteren.

Hoewel het contract verkocht wordt als goed voor de lokale bevolking en klimaatambities, is het dat allerminst. Waterstofgas is immers een manier om hernieuwbare energie op te slaan en te transporteren. Via dit contract, legt de Belgische industrie beslag op een belangrijk stuk van de Egyptische groene energie. Energie die het land broodnodig zal hebben voor binnenlands gebruik. Meer nog, het productieproces kost veel energie, de transportkosten zijn torenhoog, en ook bij het gebruik van waterstof om elektriciteit op te wekken gaat veel energie verloren. Dit project druist dus in tegen energie-efficiëntie die de klimaatuitdagingen van ons vereisen.

Wie wint er dan wel bij deze deal? Dat waterstof de wonderoplossing is voor de klimaatcrisis is een idee dat verkocht wordt door de fossiele industrie. Deze deal toont vooral hoe succesvol hun lobby is: het zijn Belgische bedrijven die instaan voor de productie, het transport en de consumptie van deze waterstof. Zo streven ze hun eigen economische gewin na, ten koste van de lokale bevolking.

Het is hoog tijd om onze economie te organiseren binnen de grenzen van onze planeet, met respect voor mensenrechten, waar dan ook ter wereld. De strijd tegen de klimaatcrisis is geen competitie: als niet iedereen mee is, verliezen we alsnog.