De EastMed-Pijplijn: Leverancier van Brandstof voor Conflict

A peaceful protest in Brussels is joined by the South African ambassador from The Hague, Vusi Madonsela.

Sinds de ontdekking van grote gasvelden in de Oost-Middellandse Zee, worden plannen opgesteld om dat gas in het Europese net te kunnen injecteren. De Russische invasie van Oekraïne spoorde de EU aan om haar afhankelijkheid van Russisch gas af te bouwen, en andere bronnen aan te boren. Het ruilt echter consequent de ene conflictbrandstof voor de andere in. De EU zet namelijk in op verhoogde import vanuit Azerbeidzjan, vanuit de VS, en … vanuit Israël! Een kort relaas over een nieuwe brandstof uit oude conflicten.

Groeiende rivaliteit in de regio

In de afgelopen 20 jaar werden verschillende gasvelden ontdekt in het oosten van de Middellandse Zee. Deze zijn zo groot dat ze de plaatselijke vraag naar gas overstijgen. Europa bood zich al snel gewillig aan als afzetmarkt. Landen rond dit deel van de Middellandse Zee konden met de ontdekking van deze gasvelden dus hun eigen energie-onafhankelijkheid nastreven, of grote inkomsten in het vooruitzicht stellen door exportplannen aan te vatten. Geen export zonder infrastructuur uiteraard. Een van de infrastructuurplannen die deze export mogelijk kan maken is de EastMed-pijplijn: die zou vertrekken vanuit de gasvelden in Israëlische wateren en via Cyprus en Griekenland naar Italië verder lopen om daar verdeeld te worden onder de rest van Europa.

In combinatie met het gebrek aan een éénduidig kader dat de ontginningsrechten op een heldere manier verdeelt onder de betrokken landen, gaven deze grote belangen aanleiding tot een groeiende rivaliteit. De hele regio lijdt onder onopgeloste spanningen en wedijver over verdelingssleutels. Zo stelden Turkije en Libië in 2019 een verdelingssleutel op die hen het grootste deel van de ontginningsrechten toekende. In 2020 kwamen Egypte en Griekenland met een tegenvoorstel: een radicaal andere verdeelsleutel, uiteraard in hun voordeel. Een akkoord dat voor iedereen werkt is nog niet in zicht, wat leidt tot een verdere militarisering van de maritieme regio. De aanvaring tussen een Turks en een Grieks militair schip voor de kust van Cyprus in 2020 moet dus in dit licht begrepen worden, en onderstreept de nefaste impact van de honger naar fossiele brandstoffen op de regionale vrede en veiligheid.

Deze conflicterende visies geven natuurlijk ook aanleiding tot een reeks bilaterale spanningen, o.a. tussen Turkije en Griekenland, Turkije en Cyprus, Israël en Libanon, en Israël en Palestina. In dat laatste geval wordt er natuurlijk niet onderhandeld: het repressieve Israël verbiedt Palestina om de gasbronnen in haar territorium te ontginnen, maar pompt wel zelf gas voor de kust van Gaza waarmee het haar militair apparaat verder kan uitbouwen, dat nu volledig ingezet wordt voor hun offensief in Gaza.

Van conflictgas naar conflictgas: Europa’s “Project of Common Interest”

Grondstoffen creëren op zich geen conflict. De onstilbare honger ernaar doet dat wel. Het feit dat Europa nog steeds bereid is om op grote schaal fossiel gas te verbranden, is dus een onderliggende drijfveer voor bovenstaande spanningen. Hoe zit dat nu concreet? In 2013 bestempelde de Europese Commissie de EastMed-pijplijn als een “project van gemeenschappelijk belang”. Dit impliceert niet enkel snelle en lakse vergunningsprocedures, maar ze bieden ook de financiële stimulans om de nodige haalbaarheidsstudies uit te voeren. Dit leidde vooralsnog niet tot een finale beslissing om de pijplijn te laten bouwen. De regionale geschillen, maar ook de twijfelachtige economische haalbaarheid van het technisch uiterst complexe project, spelen daarin een grote rol.

De Russische invasie wakkerde de Europese drang naar het Mediterraanse gas echter opnieuw aan. Dit mondde uit een “Memorandum of Understanding” dat op 15 juni 2022 ondertekend werd door de Europese Commissie, Egypte en Israël. Daarin spraken de verschillende partijen de duidelijke intentie uit om grote volumes Israëlisch en Egyptisch gas naar Europa door te sluizen. Dat Europa zich daarmee toegang zou verschaffen tot “conflictvrij gas” is echter een illusie. Dit werd helaas nogmaals benadrukt na de gebeurtenissen van 7 oktober en het Israëlische offensief sindsdien. Schrijnend echter is dat de Europese Commissie de EastMed-pijplijn op 28 november 2023, bijna twee maand na de uitbraak van geweld in Israël en Gaza, opnieuw als “Project of Common Interest” benoemde. De grootschalige aankoop van Israëlisch gas wordt dus nog steeds expliciet aangemoedigd door Europa! Wat betekent die deal voor Israël? Laten we even inzoomen.

Meer gasinkomsten = meer militaire capaciteit voor Israël

Israël was tot voor kort sterk afhankelijk van de import van fossiele brandstoffen om in haar energiebehoeftes te voorzien. Na de ontdekking van gasvelden in wateren waar Israël aanspraak op maakt, startte het land echter zelf met gasproductie. Sinds enkele grotere gasvelden in de productieve fase kwamen (Tamar in 2014, Leviathan in 2019), werd Israël al snel een netto-exporteur van gas. Dat gas is momenteel bestemd voor buurlanden Egypte en Jordanië, maar tegen 2030 wil Israël haar huidige productiecapaciteit verdubbeld zien, liefst tot 25 á 30 bcm. Met hun huidige infrastructuur kan Israël echter slechts een fractie van het gas effectief exporteren. De plannen voor de EastMed-pijplijn brengen dus soelaas: enkel door middel van een uitbreiding naar een grotere infrastructuur kan Israël haar gas van de hand doen.

Hoewel die geprojecteerde volumes op wereldniveau minder betekenisvol zijn, zijn ze dat wel voor de regionale machtspositie van Israël, alsook voor haar staatskas! Enkel in 2023 ontving de Israëlische staatskas al zo’n 1,75 miljard dollar aan belastingen uit haar gassector. Met de expansieplannen – die dus afhankelijk zijn van infrastructuur zoals de EastMed-pijplijn – wordt er een verdubbeling van die opbrengsten voorzien in de loop van de volgende 10 jaar. Kan Europa hier moedwillig aan blijven meewerken, zeker gezien de huidige omstandigheden?

Geopolitieke implicaties voor Europa

Zelfs los van de enorme ecologische urgentie die ons dwingt om geen nieuwe fossiele infrastructuur te bouwen, zijn er dus ook voldoende andere aanleidingen om dit project definitief van de tafel te vegen. Europa ruilt met haar plannen voor EastMed-pijplijn dus de ene conflictbrandstof voor de andere in. Echter, dat inruilen is relatief, want Europa importeerde nog nooit zoveel Russisch LNG als in 2022-23. Verder zorgt de interesse in het gasveld in Egyptische wateren ervoor dat Europa een oogje dichtknijpt voor de grootschalige repressie waarmee de Egyptische militaire dictatuur zich in het zadel houdt. En met de sterk stijgende gasinkomsten kan Israël haar leger versterken – een leger dat momenteel ingezet wordt voor grootschalige aanvallen op een burgerbevolking, met in de afgelopen maanden bijna 26.000 burgerslachtoffers als gevolg. Met de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 26 januari zijn alle landen die het genocide-verdrag ondertekenden nu verplicht om actie te ondernemen om die genocide te voorkomen. De versterking van het Israëlisch leger druist daar dus volop tegenin.

Los van de impact van de EastMed-pijplijn en de regio waarin het gas zich bevindt, zou dit project ook een duidelijk nefaste impact hebben op Europa zelf. Momenteel klaagt Europa dat Rusland fossiele brandstoffen inzet als wapen. Dat enkel Rusland de fossiele brandstoffenhandel op een politieke manier zou inzetten, is echter een serieuze misvatting. Met de EastMed-pijplijn maakt Europa zich wederom afhankelijk van dictatoriale en oorlogszuchtige regimes (Israël, Egypte en mogelijks Turkije), waardoor deze een hefboom in handen krijgen om Europa onder druk te zetten. Dat Turkije zich bereid toont tot dergelijke chantage was al duidelijk van de manier waarop het land vluchtelingenstromen inzette om de druk op Europa op te voeren.

Hoog tijd voor een ander waardenkader

Het is duidelijk dat Europa het achterhaalde uitgangspunt van “oneindige economische groei boven alles” blijft hanteren. En van daaruit pretendeert het recht te hebben om alle energie (fossiel of niet) in een wijde omtrek op te slorpen. De humanitaire en ecologische impact, en de oplopende geopolitieke spanningen die een direct resultaat zijn van die onstilbare energiehonger, worden als bijzaak onder de tafel geschoven. Hoog tijd om deze waanzin een halt toe te roepen. Mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en ecologische leefbaarheid zouden onze keuzes moeten bepalen. De opbouw van een nieuwe fossiele infrastructuur die oorlog financiert en regionale spanningen opdrijft past daar dus niet in thuis. Stop Fuelling War, Start Global Justice!