Gunther dacht terug aan hoe hij hier beland was op de bewuste koude februarinacht. Hij ligt voor de zoveelste keer in de berm naast de spoorweg. Het is zondag 16 februari. Behalve Gunther, ligt, staat en zit nog een dozijn vredesactivisten verscholen tussen de velden net buiten de Antwerpse haven te wachten op een trein met oorlogsmateriaal die misschien wel of niet zou komen. De Belgische regering mocht dan wel trots volhouden dat ze niet zou participeren aan de inval van de Verenigde Staten in Irak, ze faciliteerde wel degelijk de voorbereidingen ervan. Dat deden ze zelfs open en bloot. Iets verderop, aan een spoorwegovergang, herinnert Roel zich hoe hij enkele weken geleden nog op weg was naar een vergadering toen hij een goederentrein vol tanks zag passeren.
De Belgische oorlogsinfrastructuur
Die beelden zetten verschillende mensen binnen de vredesbeweging aan om onderzoek te doen naar de oorlogsinfrastructuur in België. Niet geheel onverwachts bleek de Antwerpse haven een cruciale rol te spelen. Hans, die op dat moment voor Vredesactie werkte, probeerde het volledige netwerk in kaart te brengen. Dagenlang pluisde hij de exacte route van de treinen uit. De goederentreinen kwamen van de Amerikaanse militaire basissen in Duitsland en gingen naar de Antwerpse haven waar het materiaal op oorlogsschepen geladen werd. Heel wat spoorwegen leiden naar de haven, maar er was op dat moment slechts 1 dok waar de schepen van de Amerikanen ook effectief konden aanmeren. Zo werd het iets makkelijker om te bepalen langs waar de treinen zouden passeren.
De exacte timing van de treinen was moeilijker te achterhalen. Vandaag zijn er websites die scheepsverkeer monitoren zoals MarineTraffic, maar in de vroege jaren ‘00 stonden die nog in hun kinderschoenen. Het was dus zelf informatie bij elkaar schrapen. Een zicht op wanneer de troepen vertrokken, haalden ze uit persoverzichten van het Pentagon. Ook human interest blaadjes met de verhalen van families van soldaten die achterbleven, bleken nuttig. Een artikel over moeders die hun zonen uitwuiven, had af en toe een tijdsindicatie.
Hans en zijn kompanen slaagden erin om een aantal signalen in kaart te brengen. Op die manier konden ze patronen herkennen – en uiteindelijk de timing van een nieuwe trein voorspellen. Bij voldoende positieve signalen werd de actietrein in gang gezet.
“Het is nu het moment. Als je de trein wil stoppen, kom naar Antwerpen”
Dat gebeurde ook op de bewuste zondagmiddag 16 februari. Telefoontjes werden gepleegd en activisten opgetrommeld. Zo ook Roel. Het was niet de eerste keer dat hij opgebeld werd en hij wist wat hem te doen stond. Diezelfde dag was er een anti-oorlogsmanifestatie in Brussel waar hij met zijn ouders naartoe zou gaan. Meer nog, hij zat zelfs al op de bus uit Westmalle. Hij liet niets merken, wandelde mee, maar keerde vroeger naar huis.“Ik heb nog een onverwachte afspraak in Antwerpen!” vertelde hij zijn ouders en hij vertrok richting de briefingplek.
De groep die uiteindelijk bij elkaar zat in een kraakpand in Antwerpen voor de briefing was erg divers. Sommige activisten kenden elkaar, anderen waren compleet nieuw. Voor sommigen was dit de derde keer dat ze de briefing hoorden, voor anderen verliep de hele avond chaotisch. Toch slaagde de groep erin om zich klaar te maken: laatste juridische risico’s werden meegedeeld en de rollen werden verdeeld. Iedereen sprong in de auto’s die klaarstonden om hen naar de Antwerpse haven te voeren en weg waren ze.