Waarom het Europees Defensiefonds een slecht idee is

Actie aan het EDA

“Europe has to toughen up”. Met die zin gaf Europees Commissievoorzitter Juncker de afgelopen legislatuur het startschot voor een ongeziene militarisering van het Europese project. In april 2019 leidde dat tot de goedkeuring van het Europees Defensiefonds, een fonds van minimaal 13 miljard euro voor onderzoek en ontwikkeling van wapentechnologie. Goed nieuws voor de wapenindustrie, slecht nieuws voor de Europese burgers. Wat is er mis met dat Europees Defensiefonds? We lijsten de problemen op.

Belangenvermenging

Op 29 november 2018 verzamelden vertegenwoordigers van de wapenindustrie en Europese beleidsmakers op de jaarlijkse conferentie van het Europees Defensie Agentschap (EDA). Honderden vertegenwoordigers van wapenbedrijven ontvingen een uitnodiging, vertegenwoordigers van het middenveld mochten er niet in. Daarmee staat de jaarlijkse conferentie symbool voor de corporate capture van het Europees beleid: de verstrengeling van het beleid met de belangen van een paar machtige bedrijfsgroepen.

Het rapport 'Beveilig de winst - hoe de wapenindustrie het Europees defensiebeleid kaapt' dat Vredesactie publiceerde eind 2017, documenteert de symbiotische relatie tussen de wapenindustrie en de Europese instellingen en het effect dat deze relatie heeft gehad op de creatie van het Europees Defensie Fonds. De besluitvorming werd gedomineerd door private belangen. De 'civil society' noch het Europees Parlement hadden enige substantiële inspraak. Op basis van interne documenten toont Vredesactie met dit rapport hoe de wapenindustrie toegang had tot elk niveau van het proces: van het bepalen van de agenda tot het uitschrijven van de modaliteiten van de subsidiepotten. De vraag welke wapens ontwikkeld moeten worden en of ze nodig zijn, werd niet gesteld.

De buitensporige invloed van de wapenindustrie op het Europees besluitvormingsproces zet niet enkel vraagtekens bij de legitimiteit van de besluitvormingsstructuren. Het zorgt er ook voor dat elk veiligheidsprobleem wordt bekeken door een militaire bril. Voor elk probleem verkoopt de industrie een technologische oplossing – of heeft ze een voorstel om met gemeenschapsgeld de nodige wapentechnologie te ontwikkelen.

Actie aan het EDA

Gebrek aan transparantie

Een tweede probleem is het gebrek aan transparantie. Dat de grote Europese defensie-bedrijven nauw betrokken waren bij het opzetten van het Defensiefonds, staat buiten kijf. Van de 16 leden van de 'Group of Personalities' die advies leverden, waren zeven leden vertegenwoordigers van de wapenindustrie. Twee andere leden vertegenwoordigden private onderzoeksinstituten die aan militair onderzoek doen. Er was geen enkele vertegenwoordiger aanwezig van het middenveld of uit de academische wereld. Maar er is meer. Er zijn geen verslagen van vergaderingen beschikbaar, het is onduidelijk hoe leden werden geselecteerd of welke bijdragen leden leverden aan de vergaderingen. Er is geen enkele vorm van transparantie, ook al is die verplicht binnen de EU. Na een klacht van het European Network Against Arms Trade (ENAAT) waar Vredesactie deel van uitmaakt,oordeelde de Europese ombudsman dat: “in het geval van de Group of Personalities, de Europese Commissie nu agenda’s, verslagen en de bijdragen van leden moet beschikbaar maken.”

De Ombudsman verwees daarbij expliciet naar de oververtegenwoordiging van de wapenindustrie in de Group of Personalities: “Transparantie was des te belangrijker vermits de bedrijven die in de Group of Personalities zaten, ook aanspraak kunnen maken op de fondsen die vrij gemaakt worden door deze programma’s. Dit is ook het geval, bedrijven in deze groep ontvingen nadien fondsen.”

Tot vandaag werden geen verslagen gepubliceerd. En het transparantieprobleem gaat verder dan de Group of Personalities. Expertengroepen die later door de Commissie in het leven werden geroepen, zijn in hetzelfde bedje ziek. Ondanks Europese transparantieregels, verschijnen er geen verslagen en opereren adviesgroepen in het geheim. De communicatie van de Europese Commissie naar aanleiding van de verschillende vragen om openbaarheid van bestuur laat te wensen over. De Commissie treedt het recht op informatie met de voeten door stelselmatig de wettelijke termijn maandenlang te overschrijden.

De combinatie van deze problemen zorgt ervoor dat een volledig beleidsdomein aan het publieke oog onttrokken wordt. Het gebrek aan transparantie dreigt vanaf 2021 geïnstitutionaliseerd te worden. De Europese Commissie stelt voor om voor het Europees Defensiefonds af te wijken van de normale transparantieregels en de identiteit van de betrokken experten geheim te houden.

Actie aan het Europees Parlement

Parlement zet zichzelf buiten spel

Het Europees parlement heeft regelmatig kritiek geuit op de uitbouw van het Europees Defensiefonds. Over hoe het Fonds in strijd is met de Europese traditie om enkel civiel onderzoek te financieren. Over de financiering van controversiële technologieën. Over de ongezond grote invloed van de wapenindustrie en het gebrek aan transparantie. Over de controle van hoe het geld uiteindelijk besteed zal worden. Maar geen enkele slag werd gewonnen.

Het Europees parlement stelde een amendement voor om de financiering van clustermunitie, anti-persoonsmijnen, massavernietigingswapens en killer robots uit te sluiten van financiering van het Fonds. Killer robots zijn wapens die zelf doelwitten kiezen en zelf beslissen om de trekker over te halen, zonder tussenkomst van een mens. Dat maakt het een extreem controversieel wapen. Het amendement werd in 2018 geschrapt tijdens de onderhandelingen over een compromistekst met de Europese Commissie en de Raad. In de uiteindelijke versie van het Defensiefonds worden killer robots wel uitgesloten maar met een duidelijke achterpoort. Het subsidiëren van de ontwikkeling van killer robots met defensieve doeleinden kan wel. Een naïeve zienswijze, alsof een onderscheid kan gemaakt worden tussen een offensieve en een defensieve killer robot.

 

Het Europees Parlement heeft geen controle over de besteding van het geld van het Europees Defensiefonds. Tijdens de onderhandelingen met de lidstaten werd overeen gekomen dat de jaarlijkse controle over de budgetten van het Europees Defensiefonds uit het parlement worden gehouden. Een precedent! Nooit eerder was er een Europees programma waarbij het Parlement moedwillig de controle uit handen geeft. Het Europees parlement was ook in dit dossier niet in staat zich te laten gelden en te waken over het belang van de burgers die ze verondersteld wordt te vertegenwoordigen.

 

Wapenexportcontrole ondergraven

Door het Defensiefonds dreigt de controle op de Europese wapenexport te versoepelen. Europese landen zullen steeds vaker samen wapens ontwikkelen, waardoor de vraag rijst wie de uiteindelijke controle uitvoert op de export van die wapens. Het gevaar dreigt dat landen met een soepel beleid daarbij het exportbeleid van andere lidstaten ondergraven.

Dat probleem stelt zich nu reeds. Een voorbeeld. Duitsland en Frankrijk voeren momenteel onderhandelingen om samen een nieuw gevechtsvliegtuig te ontwikkelen. Frankrijk wil daarbij niet gehinderd worden door de strengere exportregels van Duitsland en oefent druk uit op de Duitse regering om niet moeilijk te doen over de toekomstige export. Merkel zei daarover eerder dit jaar dat “als we samen met anderen een vliegtuig willen ontwikkelen, we compromissen moeten sluiten [over wapenexportcontrole], dat is waarover we momenteel praten”. Die positie werd onlangs vastgelegd in het zogenaamde Verdrag van Aachen, waarin Duitsland en Frankrijk overeenkwamen om in het geval van onderdelen van wapens de wapenexportcontrole grondig te verzwakken.

Als de oorlog in Jemen iets bewijst, dan is het dat het Europees wapenexportbeleid op tragische wijze faalt. Als er nog verder compromissen worden gesloten, dreigt het wapenexportbeleid helemaal een maat voor niets te worden.

Actie aan het Europees Parlement

Hoop

Het verzet tegen de uitbouw van het Europees Defensiefonds groeit. Vredesactie en ENAAT (European Network Against Arms Trade) bieden al enkele jaren sterk weerwerk tegen het Fonds.

Meer dan duizend wetenschappers, onderzoekers en academici uit vijfentwintig Europese landen bundelden hun krachten onder de titel 'Researchers for peace'. Ze ondertekenden een oproep aan de Europese Unie om geen militaire onderzoeksprogramma’s te financieren.

De debatten in het parlement naar aanleiding van de finale stemming over het Europees Defensiefonds in april 2019 waren verhit. Tegenstanders van het Fonds werden door voorstanders omschreven als "pacifisten die de toekomst van onze industrie en de veiligheid van onze burgers in gevaar willen brengen". Maar die 'pacifisten' zijn gelukkig met steeds meer. Waar het Parlement in 2018 de uitbouw van een Defensiefonds nog met een meerderheid van 68 procent goedkeurde, stemde er in april 2019 nog slechts 56 procent voor het Europees Defensiefonds. De tegenstand groeide van 195 naar 231 stemmen.

Nu het Fonds is goedgekeurd, is het afwachten hoe transparant het zal functioneren in de komende legislatuur en welke concrete projecten de Unie zal financieren. Vredesactie houdt het voor u in de gaten.