Fossiele economie = oorlogseconomie

activist naast Russische tanker met spandoek waar Stop Fuelling War op staat

De oorlog in Oekraïne toont nog maar eens hoe afhankelijk we zijn van fossiele brandstoffen van autocratische regimes. Die afhankelijkheid leidt niet alleen tot de opwarming van het klimaat, maar is vaak ook de brandstof van conflicten en mensenrechtenschendingen. Een boycot op Russische olie is contraproductief als dat ons enkel afhankelijker maakt van fossiele brandstoffen van dictatoriale regimes zoals Saudi-Arabië of Qatar. Het is tijd voor een echte energietransitie. Een klimaatbeleid is ook een vredesbeleid.

Eind mei besliste de EU om tegen het einde van het jaar de import van Russische olie af te bouwen met 90 percent. Terecht. Het Russisch (defensie)budget is zeer afhankelijk van de inkomsten uit olie en gas. In jaren dat die inkomsten stijgen, stijgt ook het Russisch defensiebudget. De lobbywaakhond Corporate Europe Observatory toonde aan dat dezelfde fossiele bedrijven die zaken deden met Rusland, nu lobbyen voor extra fossiele infrastructuur. Ze krijgen veel gehoor bij Europese lidstaten waardoor de Russische olie en gas dreigt vervangen te worden door fossiele brandstoffen uit Qatar, Azerbeidjzan en Saudi-Arabië. Stuk voor stuk autocratische regimes die niet terugdeinzen om een oorlog te starten om hun belangen af te dwingen.

De olievloek

Onderzoek toont aan dat er sterke link bestaat tussen een overvloed aan olie en het dictatoriaal gehalte van een regime. Die link wordt door academici de “olievloek” genoemd. De overvloedige inkomsten uit fossiele brandstoffen maakt deze regimes onafhankelijk van belastingen en dus van de publieke opinie en geeft hen budgettaire ruimte om een zeer uitgebreid veiligheids- en militair apparaat uit te bouwen. Autocratische regimes die teren op fossiele brandstoffen zijn hierdoor extreem stabiel. Massabewegingen krijgen er amper voet aan de grond. Ook tijdens de Arabische Lente waren er amper protesten in landen die beschikken over grote olie- en gasreserves.

Niet alleen bestaat er een sterke link tussen fossiele brandstoffen en autocratie. Deze regimes zijn bovendien gemilitariseerder en trekken vaker ten oorlog. Onderzoek wijst uit dat staten die in grote mate afhankelijk zijn van inkomsten uit olie, drie keer vaker militaire interventies starten. Petrostaten beschikken over de middelen om grootschalige oorlogen te starten en zijn beter bestand tegen de economische schok die daar het gevolg van zijn.

Het zijn trouwens niet alleen dictatoriale regimes die tot onveiligheid leiden. Ook westerse energiebedrijven zijn nauw betrokken bij mensenrechtenschendingen en conflict. De activiteiten van Shell in Nigeria bijvoorbeeld, hebben voor één van de grootste milieurampen ter wereld gezorgd. Akkers, rivieren en het drinkwater zijn in die mate vervuild dat sommige streken onbewoonbaar zijn geworden. Protest tegen Shell werd brutaal de kop ingedrukt, met grootschalige mensenrechtenschendingen zoals ontvoeringen, martelingen en executies. Ook in Oeganda, Myanmar tot Indonesië werken oliebedrijven samen met overheden voor het verjagen van lokale gemeenschappen en het brutaal onderdrukken van protest.

België is extreem afhankelijk van olie uit conflictregio's en financiert zo verschillende bedenkelijke regimes. In 2020 kwam bijna 30 percent van de ingevoerde olie komt uit Rusland, bijna 20 procent uit Saudi-Arabië en nog eens 8,5 procent uit Nigeria. De transitie naar hernieuwbare energie is dus niet alleen belangrijk in de strijd tegen klimaatopwarming, maar maakt ons ook onafhankelijk van bijzonder problematische regimes.

Economie als hefboom voor conflictpreventie

Fossiele brandstoffen zijn niet de enige manier waarop onze economie bijdraagt aan conflict en geweld. De ontginning van diamant en edele metalen hebben een ontwrichtende impact op samenlevingen en het milieu. Vers fruit uit de Israëlische nederzettingen, verkocht op Europese markten, houdt de illegale bezetting van de Palestijnse gebieden mee in stand. Katoen en textiel geproduceerd door Oeigoerse slaven in China komt nog steeds massaal in Europese kledingwinkels terecht. De lijst voorbeelden is lang en de meeste dossiers zijn bekend bij het brede publiek.

Ondertussen blijven Europese landen wapens exporteren die, al dan niet via een omweg, in oorlogen en gewapende conflicten terechtkomen. De afgelopen decennia exporteerde België voor miljarden euro’s aan wapens naar Libië, Saudi-Arabië, Turkije en Egypte. Telkens opnieuw worden Europese wapens uiteindelijk gebruikt bij schendingen van het humanitair recht en van de mensenrechten waar onze regeringen anders de mond van vol hebben. Met hun wapenexportwetgeving in de hand sluiten regeringen de ogen voor het feit dat oorlog en gewapend conflict een vast onderdeel zijn van het businessplan van de defensie-industrie.

Onze economische relaties kunnen een machtige hefboom zijn om de kost voor mens en milieu te beperken. Het liberaliseren van de economie als eerste en enige doelstelling wordt steeds vaker in vraag gesteld. Elders in dit magazine leest u over de Europese zorgplichtwet voor bedrijven. Die verplicht bedrijven na te gaan wat de risico’s van hun activiteiten zijn en maakt hen aansprakelijk voor de schade die ze aanrichten. Een stevige stap in de goede richting. Beleid dat echt werk maakt van conflictpreventie, kijkt eerst naar de impact van economische relaties op mens en milieu, voordat er slachtoffers vallen.